‘Drie dagen door de jungle lopen in Laos, wat is daar nou aan?’ De avond voorafgaand aan onze jungle trekking verklaart een Duitse medereiziger die we even daarvoor hebben ontmoet, ons nog voor gek. Als we ons halverwege de eerste dag door dichte jungle en over smalle richels manoeuvreren, ben ik het even roerend met hem eens. Maar dat moment duurt niet lang…
De jungle trekking door Nam Ha National Conservation Area in Noord-Laos is één van de meest bijzondere dingen die ik ooit in mijn leven heb gedaan. Het was uitdagend, oncomfortabel, inspirerend en fascinerend tegelijk. Bij terugkomst waren mijn kleren vies, was mijn lichaam moe, maar mijn hoofd was gevuld met een hele serie aan onvergetelijke ervaringen.
In dit artikel neem ik je mee naar Noord-Laos, om precies te zijn naar Luang Namtha; een klein dorpje vlakbij de Chinese grens waar ik één van mijn allergrootste avonturen ooit beleefde. Ben jij niet bang om je grenzen te verleggen? Dan raad ik je deze trekking van harte aan!
Dag 1: Met kapmessen door de dichte jungle
Onze trekking begint op de markt van Luang Namtha. Alhoewel we een groot deel van ons eten gewoon in de jungle zullen gaan vinden, namen we wel de nodige basisingrediënten mee van de markt, zoals rijst, tomaten, vlees, zout en chilipepers.
We gaan de jungle in met Deng, een echte alleskunner in overleven in de jungle, en Singh, een lokale gids uit één van de dorpen, die alles kan maken van bamboe (maar geen woord Engels spreekt).
De eerste dag lopen we in vijf uur naar ons kamp. Spannend, want het pad werd steeds moeilijker te vinden. Met kapmessen gingen Singh en Deng de omgeving te lijf om het pad vrij te maken. Nou ja pad… Soms waren het niet meer dan smalle richels langs de heuvel. Echt ongelooflijk dat we uiteindelijk bij een echt kamp uitkwamen.
Dag 1: Overleven met wat de natuur ons biedt
Ons kamp bestaat uit een kampvuurplek, een bestaande bamboestellage en wat oude bananenbladeren. We gaan direct aan de slag om er een fijn plekje van te maken voor de nacht. Deng en Singh hakken bananenbomen om. De bladeren gebruiken we om een beschutte overkapping te maken en als bed. Met de bananenbloesem gaan we koken. Deng heeft nog een verrassing voor ons: ze hebben geïnvesteerd en een tent gekocht, dus wij slapen onder de bananenbladeren in de tent.
Vervolgens wordt er de nodige bamboe verzameld. Wat een geweldig materiaal! We krijgen een masterclass van Deng en Singh in bamboeverwerking. Binnen no-time maken ze kommen, pannen, lepels en mokken. In de pannen koken we soep van witte courgette en bananenbloesem, geroosterd buikspek en tomatensaus. Later maken we thee van citroengras en gember.
Een deel van de groenten en specerijen komt van de markt (of het dorp van Singh), maar het grootste deel vinden we in het bos. Het is echt fantastisch wat die gasten weten over de jungle en wat het je allemaal kan geven.
Dag 1: Sterke drank en sterke verhalen
Na het eten komt de Lao-Lao op tafel. Ook bekend als de goedkoopste sterke drank ter wereld. De sterkte varieert en ook de wijze van bereiden, want iedere Laotiaan brouwt zelf… De onze is gelukkig niet zo sterk. Ondertussen praten we met Deng en Singh over het leven in Laos. We kunnen ons inmiddels overigens heel goed voorstellen, waar de overlevingsvaardigheden van de Laotianen vandaan komen. Tot op de dag van vandaag wordt dit doorgegeven van generatie op generatie. Het schuilen, vechten en overleven in de jungle zit hen in de genen.
Ook praten we over de moderne ontwikkeling in Laos. De meeste minderheidsdorpen in het Nam Ha National Conservation Area hebben tegenwoordig toegang tot elektriciteit, schoon water, scholen en (mobiel) internet. Alleen in de meer afgelegen dorpen is dat nog niet het geval, al krijgen die meer en meer zonnepanelen. Internet is daar nog niet aan de orde.
Voor jezelf en je buren zorgen is het hoogst haalbare voor de meeste mensen hier. Ze zijn gelukkig met hun kippen, koe en lapje grond om groente te verbouwen en verkiezen de rust en eenvoud boven het leven in de stad. Ook Deng vertelt dat hij droomt van een stukje eigen grond met wat koeien en kippen om zo zelf voor zijn gezin te zorgen.
Om 21 uur gaan we slapen. Een beetje ongemakkelijk op de harde ondergrond, maar in een lekkere slaapzak.
“Bij terugkomst waren mijn kleren vies, was mijn lichaam moe,
maar mijn hoofd was gevuld met een hele serie aan mooie ervaringen.”
Dag 2: Jungle camp en kookles aan de rivier
We worden wakker van het geluid van de vogels en Deng en Singh die ontbijt aan het maken zijn. Een omelet uit een bamboepan en sticky rice.
De tweede dag is minstens net zo zwaar en lastig als de eerste dag. Ook al dalen we af naar de rivier. Er is geen pad en we lopen door de bladen die regelmatig naar beneden glijden. Al klimmend en klauterend over grote boomstammen en met Deng en Singh voor ons die ‘het kleine’ spul weghakken.
Na twee uur glijden en klauteren, de insectenbeten negerend, en nat van het zweet, ben ik er eigenlijk wel klaar mee. Maar ik moet nog even door. Gelukkig keren we terug op een pad en weet Deng er een fijne draai aan te geven door ons meer te leren over de bomen en planten. Zo plukken we galangal, rattan en proeven we allerlei andere dingen. Het is ongekend hoeveel hij weet.
Dag 2: We ontmoeten weer andere reizigers
Het kamp bij de rivier is voorzien van een echte hut, maar nadat er nog twee groepen arriveren, besluiten we toch in ons tentje te gaan slapen. Met negen avonturiers in een hut is iets te gezellig voor ons.
Wij waren vroeg dus nemen een verfrissende duik in de rivier om het zweet en vuil van ons af te spoelen. Ook wassen we onze kleding. Heerlijk!
De andere groepen bestaan uit twee Britten, Tom en George, een aantal Fransen, een Oostenrijkse en een Amerikaanse. Allemaal avontuurlijk! De gidsen bundelen hun krachten en ingrediënten en creëren een feestmaal. Wederom vloeit de Lao-Lao rijkelijk en als afsluiter gaan we met zijn allen op kikkerjacht. Deze staan namelijk op het menu voor het ontbijt.
Je kunt (en moet) echt alles eten in de jungle. Deng vertelt over zijn tijd in dienst van het nationale park, waarin hij wekenlang alleen het hele park rondtrok (lopend!) om camera’s te plaatsen. Hij weet dus als geen ander hoe je je eigen kostje kunt verzamelen in de jungle.
Dag 3: Het leven in de jungle van Laos
Na wederom een gebrekkige nacht, maar een goed ontbijt met ei en kikkers, vertrekken we naar een dorpje. Vandaag gaan Tom en George en hun gidsen ook met ons mee. Het is een mooi clubje zo.
Het dorp is zelfvoorzienend, maar wel voorzien van zonnepanelen (kleintjes). Wederom stelen de kinderen de show. Wat een schatjes. Opvallend is dat iedereen meehelpt. Ook de oudste vrouwen en mannen. Het harde leven staat op hun gezicht getekend.
Daarna volgt de mooiste wandeling van alle dagen. Steil omhoog, maar dwars door het groen en met mooie uitzichten. Iedereen staat drijvend van het zweet boven op de heuvel, maar wat is het mooi! Ook de afdaling naar het eindpunt is steil, maar gelukkig wel een goed pad. Moe, bezweet en vol prachtige herinneringen staan we weer in de bewoonde wereld. We vieren onze succesvolle trekking met een koud biertje voor iedereen. Als bedankje krijgen we allemaal een handgemaakte bamboebeker en shotglaasje van Singh en zijn collega. Een mooie herinnering aan dit bijzondere avontuur!
Wat een ervaring! En wat een bewondering hebben wij gekregen voor Deng, Singh, de andere gidsen en alle andere Laotianen.
Zelf ook een jungle trekking in Laos regelen?
De gids die met je meegaat in de jungle is een hele belangrijke factor. Wij gingen op pad met Deng en Deng is echt een begrip in Luang Namtha. Ook door andere gidsen wordt hij gezien als de leider. Hij weet alles over het gebied, over overleven in de jungle, over bamboecreaties en spreekt goed Engels en legt alles geduldig uit. De passie en het enthousiasme spatten er van af.
Wil je ook met Deng op pad? Dan kun je het beste even contact opnemen met Phou Iu Bungalows in Luang Namtha en naar Deng vragen. Wij betaalden €115 Euro per persoon voor een trekking van drie dagen, inclusief alle permits. Het is verstandig om de nacht voor en de nacht na de trekking bij Phou Iu Bungalows te overnachten.
Deng regelde verder onze hele trip. Van de permits voor het Nam Ha National Conservation Area tot transport en de lokale gids. Om iedereen in het gebied te laten profiteren van het eco-toerisme in deze regio gaat er naast een Engelssprekende gids ook altijd een lokale gids mee. In ons geval was het de lieve, bamboeheld Singh. Deze gidsen komen uit de dorpen in de Conservation Area en gaan omstebeurt met de reizigers mee op pad. Het was erg mooi om te zien hoe leuk en goed ze het hadden samen op de tweede avond; een echt team!
Wat neem je mee tijdens een jungle trekking in Laos?
Deng regelde via Phou Iu Bungalows alles wat we nodig hadden voor de jungle trekking in Luang Namtha. Hij en Singh droegen dan ook de meeste spullen als kapmessen, eten en een hoofdlamp. Nog steeds niet heel veel spullen, omdat we de meeste dingen onderweg uit de natuur haalden. Wij droegen zelf onze eigen tassen, inclusief slaapzakken en water. De meeste spullen lieten we echter achter bij de accommodatie.
Wat is handig om zelf bij je te hebben?
Mijn belangrijkste tip: zorg voor oude kleding. Na afloop had ik vlekken in mijn kleding die ik er nooit meer heb uitgekregen. Draag kleding waarin je lekker kunt zweten. Ik vond mijn merino shirts echt ideaal. Ook goede schoenen zijn belangrijk. Soms is de ondergrond nat en modderig, de andere keer loop je door de dorre bladeren. Goede grip is essentieel. Ik heb heerlijk gelopen op mijn trailschoenen van Meindl.
Daarnaast is het handig om zelf een hoofdlampje mee te nemen. Handig voor bij het koken en de kikkerjacht in het donker. En ook als je ‘s nachts moet plassen is het prettig om wat licht te hebben.
Zorg daarnaast voor een compacte EHBO kit en ook een waterfilter vonden wij handig. Onderweg kwamen we langs schone bronnen waar we ons water bij konden vullen, toch smaakte het water beter nadat we het hadden gefilterd.
Community Based Tourism in Laos
Een jungle trekking in het Nam Ha National Conservation Area in Noord-Laos is een mooi voorbeeld van Community Based Tourism. In dit geval vraagt de Laotiaanse overheid reizigers om altijd een lokale gids uit één van de dorpen in de Conservation Area mee te nemen op je trekking. Voorheen verdienden veel van de dorpelingen hun geld in de opiumhandel; met alle gevolgen van dien. Nu verdienen ze mee aan het toerisme in de regio.
Een positief effect is ook dat ze zich bewuster worden van de bijzondere natuur waarin ze leven en zich meer inzetten voor de bescherming ervan. Helemaal geslaagd is de opzet nog niet, want de eerste uren van onze trekking kwamen we nog grote stukken illegaal gekapte jungle tegen, maar het begin is er.
Op mijn reis door Zuidoost Azië kwam ik meerdere bijzondere Community Based Tourism initiatieven tegen. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat het ook voor reizigers allemaal voordelen heeft. Mijn ervaring heeft geleerd dat de gidsen enthousiaster zijn en ontzettend veel kunnen vertellen over hun eigen leefomgeving. Ook de natuurbescherming is natuurlijk hartstikke positief. Een ander mooi voorbeeld van Community Based Tourism is TREC aan de Kinabatangan rivier in Maleisisch Borneo.
Zie jij jezelf al door de jungle in Laos lopen?
Deze pagina bevat affiliate links. Het bijhouden van een reisblog is ontzettend leuk, maar kost ook veel tijd en energie. Wil jij mij graag bedanken voor de tips en inspiratie in dit artikel, dan zou ik het leuk vinden als jij via één van de links op deze pagina een product besteld of een overnachting reserveert. Het kost jou niks extra’s en levert mij een kleine vergoeding op. Een gratis bedankje van jou voor mij dus!