Na twee weken in Kuta gaan we deze week andere delen van Lombok verkennen. Als eerste gaan we naar Selong Belanak voor een kampeeravontuur op het strand, om vanaf daar door te reizen naar de groene binnenlanden van Lombok. De meeste toeristen slaan Tetebatu over, maar voor ons is het een heerlijk groen paradijs. We kijken er onze ogen uit en laten ons meenemen in de wereld van rijst, fruit en specerijen. 

Deel 3 van ons jaar op reis in het kort

Welke bestemmingen bezochten we? 

We verblijven nog een paar dagen in Kuta Lombok en gaan daarna naar Selong Belanak voor een wel heel bijzonder avontuur. Daarna staan de rijstvelden bij Tetebatu op het programma. 

Waar sliepen we?

Deze week slapen we op wel vier verschillende plekken! De eerste nachten verblijven we nog bij Rascals in Kuta. Met een klein traantje nemen we hier afscheid. We hadden ons geen fijnere start van ons Azië avontuur voor kunnen stellen. 

Vanuit Kuta reisden we naar Selong Belanak in het westen. Hier kampeerden we bij Kobar op het strand (Warung Muja). Daarna verbleven we nog een extra nacht in Selong Belanak in de Mango Lodge

Vanuit hier trokken we vervolgens het binnenland in. Op zoek naar natuur en rijstvelden, kwamen we in Tetebatu terecht. Hier verblijven we bij een eenvoudige maar gezellige homestay: Bunga Homestay

Wat is het hoogtepunt van de week?

Deze week kampeerden we op het strand van Selong Belanak. Alhoewel we niet heel goed geslapen hebben, was dit met alles eromheen een hele bijzondere ervaring. 

Waar hebben we het lekkerst gegeten?

Ook deze week is dat weer een lastige keuze… Al het eten is hier zo lekker! Er zijn twee warungs die er uitspringen. De eerste is warung Fishbones in Kuta, waar ze geweldige verse gegrilde vis serveren met allerlei lekkere sauzen en groenten. Echt een fantastische maaltijd. 

De tweede maaltijd die er uitsprong was bij warung Monkey Forest in Tetebatu. Viel onze eerste warung in Tetebatu nog tegen… deze warung weet simpel Indonesisch voedsel tot een kunst te verheffen. Mr. Backpackfever smulde van de rijst met kipsaté en pindasaus en voor mij was het de eerste keer Urap Urap. Maar als het overal zo goed smaakt, dan is dat een blijvertje. We gingen zelfs nog twee keer terug om hier te eten! 

Het meest bijzondere dat we hebben meegemaakt? 

Met pijn in ons hart lieten wij de lieve mensen van Rascals achter. En ook zij missen ons kennelijk want we hebben nog steeds contact via Whatsapp en Instagram. Ze volgen ons op de voet. Jefry en Roni kwamen ons zelfs nog bezoeken in Selong Belanak. Het is zo bijzonder om in zo’n korte tijd een warme band op te bouwen met deze lieve mensen. We zullen nog vaak terugdenken aan Eka, Nurul, Jefry, Roni, Panji, Zul Herman, Bobi, Zul, Salsa, Bagus, Steve en alle anderen die ons verblijf bij Rascals onvergetelijk hebben gemaakt. 

Kamperen en surfen in Selong Belanak

We waren al eerder met de scooter voor een dagje naar Selong Belanak gereden. En dat was ons zo goed bevallen dat we besloten om nog wat langer daar te blijven. Tijdens ons eerste bezoek, leerden we Kobar kennen en stelde hij voor dat we bij zijn warung op het strand zouden kamperen. Dat zijn natuurlijk buitenkansjes die we niet aan ons voorbij kunnen laten gaan. 

Dus lieten we onze bagage achter bij de Mango Lodge waar we de volgende nacht zouden verblijven en gingen naar het strand. Zo rond een uurtje of vijf toen alle toeristen het strand verlieten, kwam de tent tevoorschijn. Daarna stak Kobar een kampvuur aan voor de bbq. Het werd een heerlijk maaltijd met gegrilde kip en vis, groentes en rijst, jummie! Ook Roni en Jefry van Rascals aten mee en zo werd het een gezellige avond.

Het slapen in de tent was helaas wat minder. Er waren harde dunne matrasjes en dat maakte het toch wel weer Spartaans. Ook al waren we dus wat moe de volgende ochtend, toch stonden we vroeg op. Het was tijd voor onze allereerste surfles! 

Surfen in Selong Belanak

Selong Belanak staat bekend als de ideale plek om te leren surfen. De golven zijn laag en rollen lang uit richting strand. Je ziet dan ook iedere dag tientallen mensen een poging wagen. Ook wij willen het wel een keertje proberen. En met succes! Bij de tweede poging lukt het met de aanwijzingen van Kobar om op de plank te gaan staan en ons mee te laten nemen op de golf. Het is erg lekker om weer fysiek bezig te zijn, na twee weken rustig aan doen. 

Wandelen door de rijstvelden van Tetebatu

Dan is het tijd om de zuidkust van Lombok achter ons te laten en naar het binnenland af te reizen. Op aanraden van wat andere bloggers, reizen we naar Tetebatu. Hier is het groen en wat koeler. We verblijven bij een gezellige homestay ‘Bunga’, waar onze gastheer Pahjerin  ons meteen na aankomst mee vraagt naar het ‘stick fighting’. We zijn midden in het Peresean seizoen beland. Ieder jaar vanaf eind augustus, vinden er twintig dagen lang traditionele stokgevechten plaats in de omgeving van Tetebatu. Men gelooft dat het bloed dat hierbij vloeit, zorgt voor regen. 

Het is best een heftige aangelegenheid. De lokale bevolking is in grote getale aanwezig. Ook een handjevol andere toeristen durft het aan om dit schouwspel bij te wonen. Het is een bijzondere mix van agressie, show, muziek en dans. 

Twee mannen (of jongens), slechts gekleed in sarong en bandana, gaan elkaar te lijf met een ratan stok. Deze stok laat flinke striemen achter als je wordt geraakt. Een gevecht bestaat uit maximaal vijf rondes, maar een deelnemer kan zich ook terugtrekken. Het gevecht eindigt ook als er iemand bloed. Sommige deelnemers hebben al flink wat striemen op hun lijf. Ik vind ze maar dapper. De show eromheen is vooral bijzonder. De mannen dagen elkaar uit door hun borst vooruit te duwen en hun tanden bloot te lachen. Het lijkt een beetje op balsemende vogels. Tijdens de korte pauzes lopen er mensen de arena in die al dansend en lachend geld op de vloer werpen om aan te duiden dat ze het gevecht waarderen. 

Wandelen door de rijstvelden

De volgende dag gaan we met Ahmet van de homestay naar de rijstvelden. Hij neemt ons mee de groene omgeving van Tetebatu in en leert ons alles over de gewassen die er groeien en het proces van rijst verbouwen. Het is een mooie wandeling dwars door de rijstvelden. Hier staan geen hekken of afscheidingen. We krijgen zo een heel mooi inkijkje in het leven van de boeren hier. We zien vele soorten fruit, groenten en specerijen. We proeven lokale pepers, bananen en cacaobonen. 

Op de route ligt ook een waterval. Om er te komen moet je door een kloof heen waden. Dus schoenen uit, slippers aan en wandelen maar. De Air Terjun Sarang Walet is een mooie. Je kunt er ook zwemmen, dus trek ik mijn zwemkleding aan en ga het water in. 

De tour sluiten we af in het Monkey Forest, waar we op zoek gaan naar grijze en zwarte apen. Ahmet is vooral gefocust op de zwarte soort, wij vinden het bos al prachtig en zijn tevreden met het spotten van een grijze apen familie. 

Koken met de gastvrouw bij Bunga Homestay

In de avond eten we bij Bunga Homestay, we kiezen uit een lijst van gerechten wat we willen eten en gaan het samen met Juliana, de vrouw van Pahjerin klaarmaken. We maken noedelsoep, gekruide gegrilde kip en olah olah (groente in kokossaus). Het is leuk om in het kleine keukentje samen te koken en zo onderdeel te zijn van hun familie. Het staat symbool voor ons hele verblijf; we waren voor een paar dagen onderdeel van de ‘Bunga’ familie.

Laat een reactie achter