We hebben ons nog nooit zo verwend gevoeld als tijdens deze twee weken in het Rascals hotel in Kuta Lombok. Dit is met afstand het lekkerste, fijnste en mooiste hotel waar we ooit zijn geweest. De sfeer is hier buitengewoon relaxed, met twee hele fijne zwembaden, een mooie kamer en het liefste personeel!
Kuta zelf is enorm in opkomst als toeristische trekpleister. Ooit was het een traditioneel vissersdorp. Nu moet je goed kijken tussen de hippe restaurants en mooie hotels om daar nog de restanten van te zien. Je gaat naar Kuta voor de prachtige stranden; wit zand, helder blauw water en perfecte condities voor surfers. Wij komen er even heerlijk tot rust en gebruiken onze tijd hier om te wennen aan het warme klimaat en de Indonesische gebruiken.
Week 2 van ons jaar op reis in het kort
Welke bestemmingen bezochten we?
We verblijven ook deze week in Kuta, Lombok.
Waar sliepen we?
We laten ons heerlijk twee weken in de watten leggen bij het Rascals Hotel in Kuta.
Wat is het hoogtepunt van de week?
We maakten een hele bijzondere trip naar de Secret Gili’s. Drie kleine eilanden op zo’n anderhalf uur rijden met de scooter van Kuta. We gingen op pad met Nurul, die hier in het hotel werkt, en zijn familie. Het werd een hele bijzondere dag! Daarover later meer.
Waar hebben we het lekkerst gegeten?
Je kunt hier bijna niet fout gaan met het eten. Over het algemeen is alles goed en lekker. We aten niet alleen Indonesisch deze week, maar ook Spaans en Chinees. Het lekkerste was echter de lunch bij de kleine warung Murah Kita. Aan de toonbank kozen we zelf welke gerechten we bij onze rijst wilden. En de kip hier was echt uitzonderlijk goed! Helemaal bijzonder… deze maaltijd koste voor twee personen nog geen €3,50, inclusief een eigen gemaakte ijsthee!
Het meest bijzondere dat we hebben meegemaakt?
Na onze tocht naar de Secret Gili’s werden we bij de familie van Nurul en Hana thuis ontvangen voor een maaltijd. De hele familie woont bij elkaar in kleine huisjes en het was heel bijzonder om daar een kijkje te kunnen nemen. Natuurlijk kwamen alle familieleden even langs om ons de hand te schudden of gewoon om die lange gekke Nederlanders even goed te bestuderen.
“De Secret Gili’s
zijn echte pareltjes”
Wat hebben we geleerd?
Het grootste deel van de bevolking op Lombok behoort tot de Sasak stam (85-90%). Meerdere mensen begonnen met ons over de geschiedenis die de Sasak en de Nederlanders hebben. Eind 19e eeuw hebben de Nederlanders de Sasak geholpen om onder het juk van de Balinezen uit te komen. De Nederlanders deden dit niet alleen uit liefdadigheid, maar hadden ook economische belangen. Bij de eerste interventie werden de Nederlanders nog verdreven na een verrassingsaanval. Bij de tweede interventie eindigde de strijd met een enorm bloedbad en in het voordeel van de Sasak en de Nederlanders. Iets dat hier nog duidelijk in de geschiedenisboeken en -lessen verteld wordt en wat de mensen hier maar wat graag met ons delen.
Heb je de belevenissen van vorige week gemist? In het eerste verslag van onze wereldreis lees je alles over ons bezoek aan Kuala Lumpur en de eerste dagen op Lombok.
De Secret Gili’s met een Indonesische familie
Afgelopen weekend gingen we op pad met Nurul, zijn vrouw Hana en hun zoontje. Nurul werkt hier in het hotel en nodigde ons uit voor een trip naar de secret Gili’s. 3 verborgen pareltjes in de baai van Sekotong, waar de familie van Hana woont en een boot heeft.
Om met een Indonesische familie op stap te zijn is sowieso al heel bijzonder, maar deze mooie eilandjes maakten het nog specialer.
Op Gili Nanggu, Gili Sudak en Gili Kedis kun je heerlijk snorkelen boven het kleurrijke koraal, chillen op het strand en genieten van een lokale maaltijd. De eilandjes kun je stuk voor stuk binnen een uur rondlopen en Gili Kedis is zelfs niet meer dan een zandbank. Op Gili Nanggu kun je overnachten (al ziet het hotel er erg verlaten uit), maar de andere twee eilanden zijn onbewoond en verlaten. Wel hebben ze allebei een warung/coffee shop om de toeristen die komen te voorzien van een natje en een droogje.
Sasak cultuur in Sukarara
Op de weg terug stoppen we nog in Sukarara een traditioneel Sasak dorp. We krijgen uitleg van een enthousiaste gids en hij laat ons zien hoe de kleedjes geweven worden. Aan het eind van ons een bezoek worden we in de lokale kledij geholpen voor een fotosessie. Voor even ben ik ook een lokale prinses ;).
Nurul, Hana en de rest van de familie waren super gastvrij, lief en nieuwsgierig. We hebben leuke gesprekken gevoerd, gelachen en veel geleerd over het leven op Lombok. De dag sloten we af met een eenvoudige maar super lekkere maaltijd bij Hana en Nurul. Het was heel bijzonder om met een Indonesische familie op pad te zijn en bij hen uitgenodigd te worden voor een maaltijd.
Met de scooter de kust verkennen
Eén van de allerleukste dingen om te doen in Kuta is op pad gaan met de scooter. Op de scooter trekt het gehele lokale leven aan je voorbij. Natuurlijk is het opletten geblazen. Er lopen schoolkinderen, koeien, honden, apen en kippen op straat. Maar dat maakt het meteen ook heel leuk. De mensen in de dorpjes groeten je of zwaaien. En je komt op plekken waar je anders niet zo snel zou komen.
Zo kwamen wij in een dorpje terecht waar de dames druk bezig waren om het zeewier te sorteren en te bundelen aan touwen. Dit wordt dan later weer verkocht aan restaurants als ingrediënt voor de sambal en andere culinaire hoogstandjes. De dames keuvelden rustig verder, terwijl wij stonden toe te kijken hoe zij razendsnel plukken zeewier aan een touw vastknoopten.
De vleermuizen van Goa Bangkang
De scooter brengt ons op allerlei bekende en minder bekende plekken. Op een middag bezoeken we ook nog de vleermuizengrot van Goa Bangkang. Hier wonen zo’n miljoen vleermuizen in vier verschillende kamers van de grot. We krijgen kaplaarzen aan en een helm op. Het is nog een heel gestuntel met maatje 40 (ik heb normaal maat 36/37) aan je voeten om de trap naar de grot op te komen, maar ik haal het. De kaplaarzen hebben een reden. Je wilt niet met je flipflops door een laag van enkele centimeters dikke vleermuizenpoep rondlopen.
De gids is niet heel spraakzaam, maar het is niet moeilijk om er zelf een verhaal bij te verzinnen. Boven ons hoofd horen we gepiep en gegil en we zien duizenden oogjes oplichten. Het zijn er echt heel erg veel. Tegen de schemering vliegen ze allemaal uit… dat moet een ontzettend spektakel zijn!
Let op! Een scooter rijden in Indonesië is niet geheel zonder risico. De Indonesische scooters hebben meer vermogen dan wij gewend zijn en zouden in Nederland bestempeld worden als motoren, waar inderdaad een motorrijbewijs voor verplicht is. Zonder motorrijbewijs ben je hier niet verzekerd. De wegen in het zuiden van Lombok zijn echter goed en niet heel druk, waardoor wij het risico wel durfden te nemen.
De prachtige stranden van Lombok
Verder gebruiken we de scooter vooral om de stranden ten oosten en westen van Kuta op te zoeken. Er liggen hier heel wat tropische paradijsjes verscholen in de baaien.
Op 15 minuten ten oosten van Kuta ligt Tanjung Aan, op een half uur ten westen van Kuta Selong Belanak. Dit zijn onze twee favorieten. Maar het is zeker de moeite waard om ook alle tussenliggende strandjes te bezoeken.
Tanjung Aan
Tanjung Aan vanwege de goede sfeer, het fijne witte zand en de warungs waar je gratis gebruik mag maken van een ligbedje in ruil voor het bestellen van een drankje en/of wat eten. Wel zit hier veel zeewier in de zee en blijft er ook het nodige op het strand achter als het net vloed is geweest. Het grootste nadeel is hier echter de onafgebroken stroom van verkopers van sarongs en armbandjes. Je blijft nee zeggen.
Naast het strand liggen de Merese Hills. Vanaf hier heb je een prachtig uitzicht over de baai bij Tanjung Aan. Het is ook een mooie plek om de zonsondergang te bekijken, maar dan moet het wel helder zijn. Bij ons was het twee weken lang aan het einde van de middag telkens net even bewolkt.
Selong Belanak
Selong Belanak is een geliefd surfstrand. Het is ideaal voor beginnende surfers. De golven breken vlak voor het strand en zijn niet zo hoog. Er zitten hier dan ook voornamelijk surfscholen op het strand en een paar warungs. Het is minder ontwikkeld dan Tanjung Aan. Vergeet hier het ligbedje, want daar vragen ze kapitalen voor. Het is ook veel leuker om rechtsaf te slaan op het strand, naar het open gedeelte, en je handdoekje in het zand te leggen. Hier heb je ook geen last van de surfers als je alleen komt om te zwemmen. Het water is hier kraakhelder en het zand is heerlijk wit en zacht. Dit is echt een paradijsje!
Oeps! Een Bali belly
En dan wordt je ineens wakker met buikkrampen en misselijkheid. Het zal toch niet? Maar ja wel. Ik had een zogenaamde Bali belly.
Wij Europeanen moeten vaak wennen aan het Aziatische eten en zijn ook niet bestand tegen het kraanwater hier. Een klein beetje per ongeluk binnen krijgen, kan er al voor zorgen dat je buikloop krijgt… En dat noemen ze dan een Bali belly.
Gelukkig viel het mee en was ik er na een dagje weer overheen. Ik werd goed verzorgd door mr. Backpackfever en de lieve mensen bij Rascals. Eka maakte haar lekkere gemberthee en regelde bananen voor me. Anderen kwamen vragen of ik me alweer wat beter voelde. Na een dagje op bananen, gemberthee, cola en water te hebben geleefd, kon ik de volgende ochtend weer een licht ontbijtje met fruit binnenhouden en weer lekker op pad!
Komende week gaan we terug naar Selong Belanak om te kamperen op het strand en om zelf het surfen uit te proberen. Daarna gaan we de zuidkust van Lombok inruilen voor de groene binnenlanden.