Na een maand lang rondreizen op Lombok is het tijd voor een nieuw avontuur. We stappen op de bus en de ferry en reizen naar het oosten. Daar wacht het mooie Flores om door ons ontdekt te worden.
In vier weken reizen we van west naar oost. We starten in Labuan Bajo, maken een boottrip door Komodo National Park en reizen vervolgens over de Trans Flores Highway naar Ruteng, Bajawa, Moni en Maumere. Het is één groot avontuur door ongerepte jungle, over kronkelige wegen, over bergen en door dalen. Onze reis door Flores eindigt in Maumere, waar we ruim een week de tijd nemen om de onderwaterwereld te ontdekken.
Deel 5 van ons jaar op reis in het kort
Welke bestemmingen bezochten we?
De vorige update dateert alweer van een maand geleden. Afgelopen maand stond in het teken van reizen van het gebaande pad en iedere paar dagen een nieuwe accommodatie om te overnachten. We reisden van Labuan Bajo in het westen van Flores, waar we ook een driedaagse boottrip maakten langs de Komodo Eilanden, naar Ruteng, Bajawa, Moni en Maumere.
Waar sliepen we?
In vier weken tijd legden we ruim 600 kilometer af en verbleven we natuurlijk op de nodige plekken. Hieronder een kort overzicht:
- Labuan Bajo: Bayview Gardens Hotel (4 nachten) & Green Hill Boutique Hotel (2 nachten)
- Komodo Eilanden: Boot van Maika Komodo Tour (2 nachten)
- Ruteng: D-Rima homestay (2 nachten)
- Bajawa: Cinnamon Guesthouse (3 nachten)
- Moni: Gecko’s homestay (3 nachten)
- Maumere: Amrita Resort (1 nacht) & Ankermi Happy Dive (9 nachten)




Wat is het hoogtepunt van onze reis door Flores?
De boottrip naar de Komodo Eilanden was absoluut het hoogtepunt van onze tijd in Flores. Het reizen met de boot was heel relaxed en het snorkelen spectaculair mooi. Het koraal is hier ongeëvenaard. Wat een kleuren en vormen. Daarnaast zwommen we tussen de schildpadden, zagen we de imposante mantaroggen en bekeken we de stoïcijnse Komodo varanen. Met recht een hoogtepunt!
Waar hebben we het lekkerst gegeten?
Het eten op Flores vond ik over het algemeen iets minder goed dan op Lombok. Het was meer van hetzelfde en lang niet altijd zo gedurfd. Maar dat betekent niet dat we er niet van genoten hebben. De tonijn in Labuan Bajo was uitzonderlijk vers en goedkoop. Daar hebben we dus flink van geprofiteerd.
Het meest bijzondere dat we hebben meegemaakt?
Buiten Labuan Bajo kom je nauwelijks toeristen tegen op Flores. Het is daarom ook bij uitstek de plek om in een homestay te overnachten en zo een inkijkje te krijgen in het lokale leven, maar ook om de schaarse andere reizigers te ontmoeten. Onderweg kwamen we continu dezelfde mensen tegen. In Bajawa zagen we dezelfde mensen als in Ruteng en in Moni dezelfde mensen als in Bajawa. In Gecko’s homestay leerden we de Duitse Johan en Gloria kennen, die hetzelfde duikresort in Maumere hadden geboekt. Het klikte goed en het is dan zeker leuk om een aantal dagen met dezelfde mensen op te trekken en ervaringen uit te wisselen.




Flores, Indonesië van west naar oost
Op Flores volgden wij de Flores Highway van west naar oost. We begonnen in Labuan Bajo en eindigden 30 kilometer ten oosten van Maumere. Reizen op Flores is avontuurlijk en minder makkelijk dan op bijvoorbeeld Lombok. De Flores Highway is de belangrijkste route. En daarlangs liggen dan ook alle hoogtepunten die wij hebben bezocht. Een echte once-in-a-lifetime ervaring!
1. Labuan Bajo: het Monaco van Flores
Een verblijf in Labuan Bajo is onvermijdelijk tijdens een bezoek aan Flores. Het is het startpunt van de tochten door Komodo National Park. Het dorp zelf is niet heel bijzonder. Behalve als je bedenkt dat de boulevard en het havengebied, normaal gesproken het drukste deel van een badplaats, totaal niet toeristisch en druk zijn. Hier wonen de locals, de vissers die van oudsher in Labuan Bajo woonden.
Wij verbleven in Labuan Bajo om wat praktische zaken te regelen en natuurlijk om een boottocht door Komodo National Park te boeken. Natuurlijk huurden we ook nog een scooter om wat van de omgeving te zien. Zo reden wij naar de Cunca Perlamping waterval. Een afgelegen duo waterval, waar je heerlijk kunt zwemmen.
Het hoogtepunt van Labuan Bajo is het uitzicht over de baai. Zeker bij zonsondergang levert dit een waar spektakel op. Dit in combinatie met de hoge prijzen, zorgde ervoor dat wij Labuan Bajo het Monaco van Flores gingen noemen.




2. Komodo National Park: ongeëvenaard onderwaterspektakel
We wisten een hele leuke boottocht te regelen naar de Komodo National Park. Er zijn tientallen aanbieders van tours naar Komodo National Park. Loop gewoon een rondje door de main street en je komt ze allemaal tegen. Er zit wel veel verschil in de prijs/kwaliteit van de tours.
Ik kon er wel uren
in het water liggen!
Wij boekten bij Maika Komodo Tour een boottocht van drie nachten en deelden onze boot met slechts vier anderen, een stel uit Tahiti, een Nieuw-Zeelandse en een Spaanse. Daarnaast gingen er een gids mee, een kok, een kapitein en nog wat assistenten. Alles op de boot was tiptop geregeld. Het eten was erg lekker, de route werd goed gepland, zodat het bijna nergens echt druk was en we hadden ruim de tijd om overal te snorkelen.
We vaarden van snorkelplek, naar eiland, naar tropisch strand en zagen schildpadden, mantaroggen, Komodo varanen en honderdduizenden vliegende vossen. Het koraal bij de Komodo eilanden verkeerd in goede conditie en de vormen en kleuren zijn exotisch en indrukwekkend. Ik kon er wel uren in het water liggen!
Het was geen goedkope trip, maar absoluut iets wat ik niet had willen missen.








3. Ruteng: spinnenweb rijstvelden en Homo floresiensis
Na terugkomst van de boot verbleven we nog één nachtje in Labuan Bajo. Het was hoog tijd om de bus te pakken. Je kunt op verschillende manieren naar Maumere in het oosten reizen. Natuurlijk kun je vliegen, maar dan mis je alle mooie ongerepte natuur op Flores. Dus kozen wij voor de bus.
De busreis naar Ruteng was geen pretje. Bijna vier uur in een klein busje over de slingerende wegen was te veel voor mijn maag. Ik was kotsmisselijk. Het busje zelf was best comfortabel met airco en fatsoenlijke zitplaatsen, maar de wegen zijn een ander verhaal. Ik was blij dat we bij onze homestay werden afgezet.
Ruteng is een populaire stop vanwege de rijstvelden in de vorm van spinnenwebben die je hier vindt. Ook zijn er in een grot vlakbij Ruteng in 2004 de resten gevonden van de Homo floresiensis. Ook bekend als de ‘Hobbitmens’. Deze ‘homo-soort’ leefde tegelijk met de homo sapiens en is zo’n 60.000 jaar geleden uitgestorven.
Bij de grot waar de resten zijn gevonden, kun je ook naar het museum. Hier leggen ze alles uit over de opgravingen en de kenmerken van de Homo floresiensis. Deze hobbits werden ongeveer een meter lang en hadden in verhouding hele grote voeten. Wat ik vooral intrigerend vind, is dat deze mensachtigen zich tot op de dag van vandaag nog steeds zouden kunnen schuilhouden in de jungle van Flores.






4. Bajawa: ongerepte vulkanische natuur
In de omgeving van Bajawa staat alles in het teken van de vulkaan Inerie. Het dorp zelf ligt op zo’n 1.200 meter boven zeeniveau, maar vanuit bijna het hele dorp heb je prachtig zicht op Mount Inerie. Een perfect gevormde kegel in het landschap.
Helaas zijn de weersverwachtingen slecht voor Bajawa. Het is dan ook de eerste keer dat we lange broeken en jassen moeten dragen vanwege de temperatuur. Gelukkig is het op onze eerste volledige dag in Bajawa niet zo nat als voorspeld. Het is prima weer om er op de scooter op uit te gaan.
Van Bajawa rijden we eerst naar de top van de Wolobobo (geweldige naam). Vanaf hier hebben we goed zicht op de Inerie. Helaas hangt de top in de wolken, maar het uitzicht is nog steeds indrukwekkend.
Van de Wolobobo rijden we door naar Bena, één van de vele traditionele dorpjes die je kunt bezoeken. De entree tot het dorp kost 25.000 IDR. We geven 100.000 IDR, maar de mevrouw doet net alsof ze vergeet het wisselgeld te betalen. Ze kijkt betrapt als we er naar vragen… Het zijn een stel gluiperds die Indonesiërs. Het dorpje zelf geeft een leuk inkijkje in het lokale leven. De bewoners zijn Katholiek, maar mengen dit met allerlei animistische gebruiken. Het offeren van kippen, varkens en waterbuffels om de voorouders gunstig te stellen is hier nog heel gebruikelijk. We kunnen het bloed zelfs ruiken!
Omdat het dreigt te gaan regenen, rijden we snel naar Heaven’s door, een restaurant met fenomenaal uitzicht over het regenwoud, de Inerie en Bena. We arriveren net te laat en zijn alsnog nat, maar het lekkere eten maakt alles goed.
Na de lunch gaan we op zoek naar de hot springs. Google weet een shortcut, die brengt ons diep in de jungle, maar niet bij de hot springs. Als we ze eenmaal hebben gevonden, duiken we het warme water in. Het is echt heel warm! Gelukkig is er ook een koude stroom en kun je even afkoelen als je te veel bent opgewarmd. Het is er heerlijk toeven, dus we blijven lekker lang hangen!
De volgende dag regent het wel pijpestelen. We besluiten het rustig aan te doen en lopen een rondje door Bajawa om onze was op te halen en wat boodschapjes te doen. De beklimming naar de Inerie slaan we over.








5. Moni: kleurrijke kratermeren
Eén van de hoogtepunten op Flores zijn de Kelimutu kratermeren. Ik vond ze in ieder geval betoverend mooi.
Waar de meeste toeristen wordt geadviseerd om voor zonsopkomst naar Kelimutu te gaan, wachten wij iets langer. Volgens Lopes, de eigenaar van onze homestay, moet je voor de mooiste kleuren namelijk wachten tot de zon hoog genoeg staat.
De Kelimutu kratermeren zijn beroemd vanwege hun bijzondere kleuren, niet alleen omdat die zo uitgesproken zijn, maar ook omdat de meren af en toe van kleur veranderen. Toen wij er waren kleurden ze de eerste twee meren helder turquoise met een vleugje groen en het derde meer was zwart. Het eerste meer kan echter ook rood zijn. En het middelste meer wit. Een bijzonder natuurverschijnsel wat de wetenschap nog niet helemaal kan verklaren.
De lokale bevolking geloofd dat de meren symbool staan voor de plek waar de geesten naartoe gaan na hun dood. Het eerste meer ‘Tiwu Atu Polo’ (behekste meer) is voor de geesten van ‘slechte’ mensen, het middelste meer ‘Tiwu Ko’o Fai Nuwa Muri’ (meer van de jeugd) is de plek voor de jeugdige geesten en ‘Tiwu Ata Bupu’ (meer van de oude zielen) is de plek voor de oude geesten.
We namen ruim de tijd om het schouwspel van zon en wolken en de effecten daarvan op de kleur van het water in ons op te nemen.
Tip! Als je afdaalt van de Kelimutu kom je kort voor je terugkeert in Moni langs de Kolorongo Air Panas. Parkeer je scooter bij de poort en volg het pad de rijstvelden in. Na vijf minuten kom je bij een klein maar heel schoon poeltje. Ook dit is een warmwaterbron. Heel idyllisch! In de ochtend en namiddag komt de lokale bevolking zich hier wassen. Hiertussen heb je de hot spring voor jezelf!








6. Koka beach: onontdekt tropisch paradijs
Vanaf Moni is het zo’n anderhalf uur rijden naar de kust. Een leuke tocht op de scooter dwars door de jungle met geweldige uitzichten. Alleen daarom is het al de moeite waard om te gaan. Maar ook de kust is hier de moeite waard. Het mooie Pantai Koka is een waar tropisch paradijsje.
Pantai Koka bestaat uit twee baaien en twee stranden. Er is een kleine warung en naast ons waren er nog drie andere Westerse bezoekers en een handjevol locals. We genieten eerst van een goede maaltijd met vers bereide vis en nemen daarna een snelle duik. Doordat het eb wordt, is het met alle rotsen net te ondiep om te zwemmen. Maar het water is wel heel helder!


7. Maumere: relaxed duikers resort
We sluiten onze reis door Flores af in Maumere. Nou ja, eigenlijk dertig kilometer ten oosten van Maumere. Hier ligt Ankermi Happy Dive. Een klein resort met zeven eenvoudige bungalows aan het water. We hebben Ankermi gekozen vanwege het duiken. Het ligt op een uurtje varen van de mooie duikspots rondom Pulau Babi en Pulau Besar. Ook al is ons hutje heel eenvoudig en moeten we koud douchen, we hebben het hier enorm naar ons zin.
Gastvrouw Claudia is een gepassioneerd duikinstructrice, die zelf iedere keer nog staat te popelen om te gaan duiken. En ook met de andere gasten klikt het goed. Johan en Gloria uit Duitsland hebben we al leren kennen bij Gecko’s in Moni. Het Zwitserse koppel Stefan en Thomas blijft precies even lang als wij en Christina uit Düsseldorf maakt te gekke onderwaterfoto’s (ook deze foto’s). We krijgen tijdelijk nog gezelschap van Patrick en Romy uit München. Het is er gewoon gezellig!
Het is drieëneenhalf jaar geleden dat we voor het laatst hebben gedoken. We moeten er dus weer even inkomen, maar dat gaat gelukkig vrij snel. De duikspots hebben klinken namen als The Crack (hier is het koraal gescheurd tijdens de aardbeving van 1992), Fish Soup (je raadt het al) en Where the wind blows (haaien!). Ik hoop op haaien en octopussen en wordt op mijn wenken bediend. We zien witpuntrifhaaien en zwartpuntrifhaaien. Ook zien we drie octopussen. Wat een leuke beesten! Daarnaast zien we meerdere zeepaardjes, schildpadden, roggen en allerlei andere kleurrijke vissen.
Na het duiken genieten we aan het einde van de middag van spectaculaire zonsondergangen. We komen helemaal tot rust en zijn klaar om nieuwe plekken buiten Indonesië te gaan ontdekken!












Zijn er nog meer dingen die jij graag zou willen weten over Flores? Laat dan een reactie achter onder deze post.